Jarenlang was ik het slimste jongetje van de klas. Met een gehoorverlies van gemiddeld 55 db in het spraakgebied' moet ik trucs op mijn handicap loslaten. Niet dat ik in de jaren 70 ergens over sprak, nee, ik loste mijn hoorprobleem op door vooraan in de klas te zitten, dichtbij de spreker te gaan staan en als dat niet lukte volgde ik met liplezen zo'n 25% waarna ik de andere 75% erbij gokte. Alles beter dan met die hangers achter het oor voor gek versleten te worden. Toch?
Jarenlang heb ik me met enige regelmaat van de domme gehouden - hilariteit veroorzaakt - en mijn kop in het zand gestoken. Tot mijn omgeving het in 1982 niet meer pikte. Mijn angst werd werkelijkheid: links en rechts hing een beige Widex achter het oor. Ondingen. Jarenlang lagen ze vervolgens in een la. Totdat te vaak iets langs me heen ging en de hilariteit in pijnlijke flaters ontaardde. Vergaderingen meed ik. Te vaak kwam ik te laat op het werk. De buurt werd wakker van mijn wekker - ik niet.
Een kei van een audicien ontmoette ik. Hij accepteerde dat ik mij als 'jongere' schaamde voor hulpmiddelen voor bejaarden. Begin jaren 90 schreef hij aan mijn kno-arts dat hij mijn ouderwetse haardracht (lang en tot over de oren als in de jaren 70) begreep en dat hij daarom de nieuwe generatie IHO's adviseerde. Met een goede instelling moest dat net mijn gehoorverlies kunnen opvangen. Ik ben niet gek, ik ben niet dom, ik ben gewoon allergisch voor apparaten achter mijn oren.
Jaren later heb ik nu alweer mijn derde set IHO's. Niemand naait mij meer een oor aan. Vergaderingen zit ik voor waarbij ik functioneer als nooit tevoren. Oké. Mijn haar hangt op jaren 70 lengte nog steeds over mijn oren. Mijn IHO's zijn nu eenmaal privé. Nadelen? Jawel. 's Avonds ben ik moe van al het lawaai en wil ik geluidarm de krant lezen. Voordelen? Die zijn er ook: als de papagaai van de buren 's zomers buiten staat en de buurt horendol wordt van dat beest, leg ik met een gelukzalige grijns mijn IHO's af en geniet een weldadige rust.
In de dagelijkse kakofonie van overtollig geluid vraag ik mij wel eens af wat nu meer positieve invloed heeft op mijn kwaliteit van leven: de mogelijkheid 24 uur per dag alles te kunnen horen of juist de optie even niet te hoeven horen…
Ad de Bruine, februari 2008
Sinds mijn geboorte kamp ik met gehoorproblemen, met name in het spraakgebied, ten gevolge van diverse (midden-) oorontstekingen. Ik heb diverse operaties aan beide oren achter de rug.
Op mijn 50e ben ik opnieuw begonnen met (digitale) gehoortoestellen voor beide oren. Ik had het jaren eerder moeten doen.
In mijn werk als account manager ict voer ik vele gesprekken met (potentiële) klanten en dat ging me steeds slechter af. Ik werd moe van het werk. Ik moest me veel te veel concentreren op het gesprek (lees: de mond van de klant) om alles goed te kunnen volgen en dan nog miste ik belangrijke informatie. Aan het eind van de dag was ik totaal uitgeput. Dat heeft geresulteerd in het feit dat ik twee jaar geleden met een burn-out ben uitgevallen en een half jaar thuis heb gezeten. Op mijn werk was er onvoldoende aandacht voor mijn probleem, immers het is niet zichtbaar dat je gehoorverlies hebt dus dan mankeer je niks.
Ik heb een dag vrij genomen en ben vorig jaar naar de hoorbeurs gegaan en daar begrepen ze precies wat er met me aan de hand was. Na onderzoek in het audiologisch centrum heb ik twee digitale gehoortoestellen aangemeten gekregen. Bij Beter Horen kon ik diverse toestellen maanden proberen totdat ik de juiste toestellen had. Het effect is dat ik minder vermoeid ben, veel meer energie heb. In de auto heb ik Blue Tooth, mobiel bellen gaat door middel van een ingebouwde microfoon en de luidsprekers van de radio. Perfect!
De zorgverzekeraar vergoed de toestellen niet omdat mijn gehoorverlies niet binnen de wettelijke norm valt. Uiteraard valt er op deze regel wel wat af te dingen: het is wel degelijk een verschil als je gehoorverlies hebt die buiten de (wettelijke) norm valt maar wel zodanig is dat je gehoorproblemen binnen het spraakgebied vallen. Iemand met een groter verlies en die niet meer zoveel gesprekken moet voeren als ik zal dit verlies mogelijk als minder hinderlijk ervaren. Mijn Arbo-arts bagatelliseert het probleem en adviseert om eens te gaan shoppen bij Hans Anders voor goedkope toestelletjes. Van hem hoef ik geen positief advies te verwachten naar het UWV toe om nog enigszins compensatie te krijgen voor de kosten die ik heb gemaakt voor de toestellen. Op dat gebied is er nog een wereld te winnen!
Het betekent dat ik steeds moet inschatten of de positieve ervaringen van dat wat ik doe of wil doen op weegt tegen de negatieve ervaringern en dat ik steeds moet in calculeren dat het erg tegen kan vallen en dat het zelden meevalt, dat ik dan weer mezelf ongelukkig ga voelen ook al kan ik achteraf constateren dat het nu maar een halve dag duurt terwijl het twee jaar geleden nog twee weken duurde.
Het betekent dat ik weet dat mijn dochter dezelfde problemen gaat
krijgen als haar moeder tegen de tijd dat ze 50 is en het betekent dat
ik nooit in heb kunnen schatten door welke eenzaamheid en ellende mijn
eigen moeder heeft moeten gaan.
Je begrijpt misschien niet dat dit gaat over de beleving van een vrouw
van 60 jaar die nog volledig werkt en haar werk nog met plezier doet,
die bovendien nog werk doet waarin ze voor een groot deel op haar
gehoor af moet gaan, luisteren is nml. mijn beroep. Ik kan met bijna
evenveel moeite een positief scenario geven en wil dat ook graag doen
als je er om vraagt.
Zelf heb ik al meer dan 40 jaar hoortoestellen en ik zal niemand adviseren geen hoortoestel te nemen. Waar ik mij wel soms aan erger, is dat veel hoortoestelwinkels in advertenties en andere reclames suggereren dat je met een toestel weer gewoon goed hoort. Laatst las ik nog een artikel in een dagblad dat opende met "Mensen, neem toch een hoortoestel, want als je slecht ziet neem je toch ook een bril". Bij zien gaat het echter om concrete dingen: mensen, gebouwen, verkeer, bomen end. Bij horen gaat het om het herkennen van abstracte luchttrillingen. Want het gaat niet alleen om horen, het gaat om spraakverstaan. Ook een goedhorende hoort een buitenlandse taal die hij niet beheerst wel, maar verstaat het niet. Horen en verstaan zijn twee verschillende zaken. Het stoort mij dat veel toestelleveranciers dit kennelijk niet zien. Persoonlijk zou ik mijn toestellen niet willen missen, maar om nu te zeggen, ik hoor er weer goed mee, nee, helaas niet. Ik blijf ernstig slechthorend, in gezelschap versta je vrijwel geen woord. Maar wellicht zijn er ook wel toesteldragers die daar wat genuanceerder over denken.
Ook heb ik wel bijzondere ervaringen gehad met mijn gehoor toestellen, doordat ik er een kwijt geraakte of door onhandigheid stuk ging! Leuk om te vertellen: Ik miste op enig moment mijn gehoortoestel en ging nadenken waar ben ik het kwijt geraakt? Ik dacht dat dat op de fiets was gebeurd vlak bij mijn huis - wij wonen landelijk - ik had het tijdens het fietsen uit mijn oor gehaald en niet goed in mijn overhemd zakje gestopt? Het was een toestel wat voor een deel mooi bedekt was met een goud kleurig laagje, na zoeken op de weg, en niks gevonden te hebben,dacht ik oh de eksters kunnen het wel gevonden hebben, en meegenomen hebben in hun nest? Een dag later ladder tegen de boom, klimmen op takken met kettingzaag, en een dikke tak met nest en al los gezaagd, en naar beneden laten vallen. Er zaten wel allerlei glimmende spulletjes in het nest, geen gehoor toestel. Een paar dagen later vond mijn vrouw het toestel in de schuur op de grond.
Ik ben begonnen, in de Tweede Wereldoorlog, eerst op een doofstommenschool bij Hortus te gaan en later overgestapt naar een slechthorende School op de Plantage Muidergracht te Amsterdam. Na het weten van mijn slechthorendheid heeft wijlen mijn Moeder steeds geprobeerd voor mij een hoortoestel, hoe simpel het toen nog was, te kopen, desnoods op haar kosten, maar ik zat toen op de slechthorende school en de toenmalige directeur werkte niet mee en hield heb bewust tegen, met het argument, dat ik dan de school moest verlaten en naar een goedhorende school te bezoeken.
Zodoende kreeg ik eindelijk pas op mijn 18de jaar een hoortoestel en ging een wereld voor mij open! vanaf die tijd tot nu toe, heb ik alle mogelijke moeite gedaan om te blijven dragen van een hoortoestel en schaam me totaal niet voor en laat het duidelijk zien en blijf tot mijn (komend) overlijden dragen! Ik ben begonnen met vele jaren met een kasttoestel en toen ik tegen de vijftig liep, stapte ik over naar twee hoorhangers en met plezier!
Dus U vraag vond ik zo boeiend, dat ik hierop hebt gereageerd en bovendien, is ook belangrijk, ben ik al zowat dertig jaar getrouwd met een goedhorende vrouw, en van haar leer ik dagelijks nog de verbeteringen van het gehoor en gesproken woord! Nota bene draag ik na het zetten op telefoonstand savonds een draagbare ringleiding van het merk Sennheiser om het nieuws, politiek en Nova te horen, grandioos!!!
De hoortoestellen geven me wel de gelegenheid om deze studie te volgen maar met veel inspanning. De leerkrachten weten van mijn probleem, maar er is weinig medewerking en daar bedoel ik mee, dat er gesproken wordt door de leerkracht, terwijl ze de andere kant opkijken of spreken terwijl ze op het whiteboard schrijven, ik vind dit zeer vervelend.
Ik heb mijn haar laten groeien om minder opmerkingen te krijgen van goed bedoelde tot zeer kwetsende. Het dragen van hoortoestellen is wel, dat ik beter kan communiceren, maar heeft toch ook zijn beperkingen, vooral in grote groepen. Het vinden van een baan is ook niet alles en daarom doe ik nu een opleiding SPW4 en hoop over een jaar een baan te kunnen vinden in instelling waar ook mensen met gehoorproblemen zijn.
De behandelingen in bv aud centra duren een eeuwigheid en lange tot zeer lange wachttijden en aanvraag behandeling. Pascal mailer spreekt uit ervaring misschien wel 40 jaar app. maar het feit dat slechthorenden zich in een hoekje laten drukken is mijn inzien de belangrijkste moeilijkheid, tuurlijk ben ik lid en assertief op gebied van oor app. en lid van NVVS, maar ook van het NVVS heb ik het idee dat zij en ander belangenver. nu pas wakker worden! Kortom er is nog een lange weg te gaan voor Doven en slechthorenden.
Thuis heb ik een vaste aangepaste telefoon van B&O, wat prima gaat. Op mijn werk ben ik een looptelefoon aan het zoeken waarmee ik me ook goed kan redden. Bij Beter Horen een telefoon op proef gehad. De aanpassing werkte prima, hij pakte de codes niet van de centrale in huis, dus daar had ik niets aan. Nu een gewone Siemens die een behoorlijk spraakvolume heeft, het is verre van optimaal.
Ook het weer moeten wennen aan al die geluiden was soms best vermoeiend maar nooit heb ik mijn apparaat uit gezet, wel zette ik het geluid iets zachter waardoor alles beter te verdragen was en zo kwam er toch gewenning. Na 50 jaar was mijn gehoor langzaam maar zeker helemaal verdwenen, dat was echt wel balen maar ook deze stilte zou ik op mijn manier overwonnen hebben, een steeds dover mens wordt heel handig in het verzinnen van allerlei foefjes, toch! Maar..... mijn kno-arts was op vakantie en ik kwam dus bij een andere kno-arts terecht en die vroeg me waarom ik niet ging voor een implantaat? Wablief?? DAT was me nooit geadviseerd, ik wist niet eens dat dat bestond!
Nu ben ik al een jaar de heel gelukkige draagster an een cochlear implantaat, ik hoor er heel goed mee er is een heel grote wereld voor me opengegaan, echt ik heb vleugels gekregen.
Tsja, en nu het toch over de hoortoestellen gaat: ze zijn hartstikke belangrijk voor mij. Laat slechthorend geworden, intussen ongeveer mijn tiende toestel, en kwalitatief beter dan ieder toestel hiervoor. Door de apparaten kan ik sociaal goed meedoen. Tegelijkertijd is het doodvermoeiend om die dingen te dragen. Ondanks het gegeven dat ze ongeveer de allerbeste zijn die er bestaan en prima aangemeten, krijg ik te veel geluid binnen bij 'normaal' functioneren. Na een sollicitatiegesprek maakte ik voor mijzelf een vergelijking met iemand in een rolstoel. Dat hulpmiddel is veel zichtbaarder, maar volgens mij zit een mobiel gehandicapte thuis ook nog wel eens in een andere stoel, rollend of niet. Wil ik kunnen communiceren dan is het niet anders: dan zitten mijn oorstukjes in mijn oren en mijn achter-het-oor-toestellen er achter...
Ik prijs mij gelukkig als ik een andere vergelijking maak: met
(ernstige) slechthorenden in een generatie voor mij en zelfs daarvoor.
Ouders en (over)grootouders hadden niet de beschikking over deze
toestellen en raakten behoorlijk geïsoleerd. Door de huidige technische
mogelijkheden heb ik toestellen die het spraakverstaan mogelijk maken,
in een rustige omgeving zelfs uitstekend. Samengevat, ondanks het
ongemak is mijn kwaliteit van leven met
hoortoestellen heel veel beter dan zonder deze hulpmiddelen.
Bron: doof.nl