snedige opmerkingen. Plasterk zei dat het voor het eerst was dat zijn speech door een doventolk in gebaren werd vertaald. Voor het spreekgestoelte vertaalde een gebarentolk de toespraken voor de aanwezige dove leden (overigens waren er maar liefst twee tolken en zaten er slechts twee dove leden in de zaal). Plasterk vertelde dat iedere minister een eigen gebaar heeft. Hij deed zijn eigen gebaar voor: een opgeheven gebalde vuist, het gebaar van ‘sterk’. Plasterk zei daarbij: ‘Gelukkig hebben ze het eerste deel van mijn naam niet in een gebaar omgezet.’
Plasterk zei dat hij ‘in deze omgeving
zo vrolijk werd’: toen hij vorig jaar op het landelijk kantoor op
bezoek was geweest, was hij ‘ook met zo’n blij gevoel’ weggegaan.
‘Misschien komt het omdat hier zo veel mensen zijn, die hebben geleerd
dat een bepaald soort leven niet vanzelfsprekend is.’ Dat maakt ze
trots en sterk, meende hij. Om dat kracht bij te zetten, citeerde hij
tot slot een Engelse acteur. Die beantwoorde de vraag ‘Hoe lang weet u
dat u homoseksueel bent’, met: ‘Sinds mijn geboorte. Ik keek om en
dacht: daarin wil ik nooit meer terug.’
Bron: Gay.blog.nl (27 Januari 2008)