De auteurs tonen aan dat moderne talen afgeleid zijn van praktische acties en gebaren die de kracht in zich hadden om te communiceren. In andere woorden, gebaren hebben de fundamentele mogelijkheid om beelden en iconen te gebruiken, eerder dan linguïstische symbolen. Bewijzen van menselijke fossielen tonen aan dat de mens anatomisch in staat was om gebaren en tekens te maken voor de mens vlot kon praten. Hoewel taal later geëvolueerd is van een secundaire vorm van communicatie die op den duur gebarentaal heeft vervangen, toch heeft de gesproken taal nooit helemaal gebaren en tekens kunnen verdringen.
Bron: Vertaald nieuws voor Doven