dat gepiep zal er altijd zijn, maar ik heb geleerd het te negeren. Ik hoor het niet en ik wíl het ook niet horen.'
Karel Vingerhoets is halfdoof geboren. Helemaal doof links, voor een
kwart doof rechts. Toen in december 2003 tijdens een toneelrepetitie
een geweer te dicht en te hard afging vlak bij zijn goede oor, begon
Vingerhoets' lijdensweg. Door die knal hoort hij tot vandaag een
fluittoon van 8.000 hertz. Tinnitus is de medische term van de
aandoening, oorsuizen in het Nederlands.
'Om gek van te worden', zegt Vingerhoets, die over dat gepiep een
dagboek bijhield en het in gedichten en collages te lijf ging. 'Elke
ochtend werd ik wakker en het eerste wat ik hoorde was dat gigantische
alarm. De dokter vertelde mij onomwonden: De wetenschap kan u niet helpen . Toen vroeg ik hem of hij mij niet doof kon maken, maar hij zei: Dan nog zou u die fluittoon horen
. Ik was de stilte kwijt, je hebt geen idee hoe erg dat is. Het is als
een bamboewortel die langzaam door je hersenen kruipt. Je wilt niet
weten hoeveel lotgenoten dat niet aankunnen en uit het leven stappen.
Ik heb ook vaak gedacht: Als het morgen niet gedaan is, spring ik in de Schelde . Het was een hulpkreet: Help me ervan af . Ja, ik ben heel diep gegaan.'
'Tinnitus is ook een eenzame aandoening, omdat er geen fluit
aan te zien is. Ik zag eens een man fietsen zonder arm. Ik was jaloers
- niets menselijks is me vreemd - omdat ik meteen zag wat die man zijn
probleem was en ik daar desgevallend rekening mee kon houden. Als
mensen niet zien dat je iets mankeert, houden ze er ook geen rekening
mee. Dat is verdomd hard.'
'Maar c'est passé
. Ik ben opnieuw een gelukkig man. Ik vind dat een belangrijke
boodschap voor lotgenoten. Ik heb tinnitus buitengesloten. Het is er
nog wel en het zal er altijd zijn, maar ik heb geleerd om ergens binnen
te gaan en tinnitus aan de deur te laten staan. Ik kan hem zo weer
binnenroepen, maar dat doe ik liever niet.'
Volgens Karel Vingerhoets heeft zijn heling voor een stuk met gewenning
te maken. 'Inderdaad, zoals iemand die aan de spoorweg woont en op de
duur de voorbijrazende trein niet meer hoort. Maar het is ook een
verschrikkelijk goeie truc. Ik heb uren met mijn psycholoog gepraat, ik
heb geleerd tinnitus een plaats te geven - en die is niet: mijn leven
beheersen! Ik heb geleerd te vergeten. En dan vergeten te vergeten. Dat
is mijn mantra.'
Vingerhoets hoorde dat ook
Beethoven, Smetana, Schumann en Goya aan oorsuizen leden, of erger.
Desondanks hebben zij toch prachtige dingen gecreëerd. 'Dát weten gaf
me hoop.'
'Wannes Vande Velde heeft mij leren
kijken en schilderen, lang voor ik aan oorsuizen leed. Ik heb rond mijn
tinnitus collages en gedichten gemaakt. Dat is spontaan gekomen. Voor
mij was dat happen naar lucht. Geen haar op mijn hoofd dat er toen aan
dacht om die dingen ook aan mensen te tonen, in een boek te gieten en
uit te geven. Maar kijk, soms lopen de dingen anders dan je had
gedacht.'
Karel Vingerhoets is niet van plan tot
het eind van zijn dagen de artiest-met-tinnitus te blijven. 'Neen, en
niemand moet ook denken dat ik nog gedichten over tinnitus ga
schrijven. Ik heb dat doodgeschreven. Het bestáát gewoon niet meer. Ik
ga nog lezingen geven voor lotgenoten en zo, maar zodra de drukte rond
mijn boek is weggeëbd, wil ik weer overgaan tot de orde van de dag. En
die dag is, wat mij betreft, er een zonder tinnitus.'
Bron: Het Nieuwsblad.be