De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) kan beter worden
omgedoopt tot Wet Meedogenloze Onrechtvaardigheid, dat vindt het
Roosendaals Gehandicapten Platform (RoGeP). Ook volgens
voorzitter Cees van Geffen van de Roosendaalse WMO-raad worden de
gevolgen van de wet nu pas duidelijk zichtbaar en blijken desastreus
voor veel mensen die door hun beperking toch al in de hoek zitten waar
de klappen vallen. In het Brabantse dagblad BNdeStem kwamen de laatste tijd al de nodige ingezonden brieven die
boekdelen spreken. En ook de telefoontjes die het Rogep kreeg, laten
aan duidelijkheid niets te wensen over. Volgens de Roosendalers is er
in hun gemeente veel fout gegaan in de communicatie. "De aankondiging
van de eigen bijdrage is onduidelijk geweest. Daardoor overvalt het de
mensen, die nu opeens een rekening krijgen van soms meer dan honderd
euro voor de scootmobiel.
Ze rijden al jarenlang gratis op hun karretje, waarvan ze vaak
afhankelijk zijn. Voor mensen die ook een bijdrage kwijt zijn voor de
thuiszorg, is het helemaal schrikken."Feit is dat in Nederland 3,7
miljoen mensen wonen die voor een vorm van ondersteuning of een
financiële bijdrage in aanmerking komen, omdat ze 'iets' hebben. De WMO
heeft tot doel deze mensen in staat te stellen zo gewoon en zelfstandig
mogelijk aan het maatschappelijk leven deel te nemen. Gemeenten hebben
de bevoegdheid te bepalen welke hulp mensen nodig hebben om zo
zelfstandig mogelijk te blijven functioneren. Ze mogen ook een eigen
bijdrage van hun inwoners vragen, maar dat hoeft niet. Bij een rolstoel
kan dat zelfs niet, die wordt altijd beschikbaar gesteld als een
rolstoel nodig wordt geacht. Maar voor bijvoorbeeld hulp in de
huishouding, taxivervoer of een scootmobiel kan een gemeente een
bijdrage vragen. En daar wringt de schoen. Want de ene gemeente doet
dat wel en de andere niet. Voor een scootmobiel of huishoudelijke hulp
kennen bijvoorbeeld Roosendaal, Rucphen en Halderberge
inkomensafhankelijke eigen bijdragen. Die bedragen 15 procent van dat
deel van het gezamenlijk inkomen dat – globaal – boven € 22.500
uitstijgt.
CAK
Het
Centraal Administratiekantoor (CAK) dat deze bijdragen vaststelt, kan
zich daarbij baseren op twee jaar oude inkomensgegevens. En ook daar
wringt de schoen, want vooral bij mensen met een beperking kan het
inkomen in korte tijd drastisch terugvallen.
En de kosten voor
aanpassingen aan de woning of andere noodzakelijke voorzieningen kunnen
enorm oplopen. Dan treedt een andere wet inwerking, de wet van Smurf:
een ongeluk komt nooit alleen. Bovenop de handicap die iemands leven
ernstig beperkt, komt de ellende die dat in organisatorische zin met
zich meebrengt en ook nog eens een vierwekelijkse heffing. Plus de
ergernis om de ambtelijke mallemolen die mensen tureluurs kan maken.Dat
het CAK door grote drukte achterstanden heeft bij het vaststellen van
de eigen bijdragen, heeft geleid tot te late heffingen met
terugwerkende kracht. Dat betekent dat mensen in één keer bijdragen
over meerdere maanden moeten voldoen. Dat hakt er helemaal in.
Bron: http://www.leefwijzer.nl/ - DovenTV