Politie Haaglanden, tegenover zes in 2006. De
vooronderzoeken kwamen voort uit zo’n zeshonderd meldingen van vrouwenhandel
en gedwongen prostitutie in Den Haag.
Een deel van die meldingen is
via slachtoffers en anonieme tips binnengekomen, maar het grootste aantal
‘meldingen’ komt voort uit een computersysteem dat alle mutaties die agenten
maken scant op trefwoorden als ‘meisje’, ‘loverboy’ en andere woorden.
Het merendeel van deze treffers (meldingen) blijkt na een korte analyse niets
met vrouwenhandel te maken te hebben. Ook de meeste vooronderzoeken leiden
niet tot concrete verdenkingen. Aanwijzingen van gedwongen prostitutie of
uitbuiting worden wel opgeslagen in zogenoemde ‘slapende dossiers’.
Dat zegt Henry Koper, coördinator mensenhandel van de Ploeg Commerciële Zeden
van politie Haaglanden.
Het aantal meldingen, aangiften,
arrestaties en strafzaken in de regio Haaglanden heeft sinds de oprichting
van de Ploeg Commerciële Zeden in 2002 een vlucht genomen.
De
politie heeft mede vanwege haar toezichthoudende taak in de legale
prostitutie geïnvesteerd in goede contacten in de prostitutiebranche (ramen
en clubs) en weet in de strijd tegen seksuele uitbuiting steeds meer het
vertrouwen te winnen van uitgebuite vrouwen en van club- en raamexploitanten.
Toch blijft het moeilijk vrouwenhandelaren en loverboys veroordeeld te
krijgen, omdat prostituees vaak geen aangifte durven doen en omdat bewijs
moeilijk is te vinden.
Eén van de succesverhalen van politie
Haaglanden en Openbaar Ministerie over 2006-2007 is de zaak rond de Haagse
bar ‘Johnny’s Place’, waar jarenlang Bulgaarse vrouwen tot prostitutie
werden gedwongen.
Die zaak werd na onderzoek door Commerciële Zeden
uitbesteed aan Bureau Regionale Recherche en leverde uiteindelijk drie
verdachten op die tot lange gevangenissstraffen werden veroordeeld. Onder de
slachtoffers bevond zich een 15-jarig doofstom meisje uit Bulgarije.
De bar werd voor een jaar gesloten.
Bron: AD.nl