kijkt trots. Haar gebaren worden door
tolk Nederlandse Gebarentaal Marlous vertaald naar gesproken taal.
Corine is voorzitter van RDZC (Rotterdamse Doven Zwem Club); de enige
zwemvereniging in Nederland waar zwemles in gebarentaal wordt gegeven.
‘Het is een heel hechte club met honderd leden. Elke vrijdagavond komen
hier veertig tot vijftig kinderen, met ongeveer tien vrijwilligers.
Naast het sportieve element is het belangrijk dat de kinderen zich hier
kunnen uiten in hun eigen taal. Gebarentaal is hun cultuur. Ze worden
begrepen en begrijpen elkaar. Een verademing in een wereld waar
communicatie met horenden zo moeilijk, vaak frustrerend en soms
onmogelijk is.’
Zwemkampioen
De jongste kinderen, vanaf vier
jaar, beginnen in bad 1 waar ze rustig kunnen wennen aan water. Soms
zijn ze bang en moeten eerst van hun watervrees af. Gaat dat goed, dan
mogen ze naar bad 2. Daar beginnen ze met schoolslag en rugslag. In bad
3 gaan ze uiteindelijk op voor diploma A en daarna B. De zwemles duurt
drie kwartier, daarna mogen ze drie kwartier vrij spelen.
Er
wordt erkend zwemonderwijs gegeven. Door dove en slechthorende
vrijwilligers, die ook allemaal lid zijn van de zwemclub. Een daarvan
is Tony Naarden (41), die hier al bijna vijftien jaar lesgeeft. Als
Europees kampioen waterpolo is hij er trots op dat hij zijn kennis mag
doorgeven aan de kinderen. ‘Omdat zij hier les krijgen in hun eigen
taal, leren zij veel sneller. Kinderen raken gefrustreerd op horende
les, omdat zij de uitleg niet meekrijgen. Mijn grootste succes is een
dove dertienjarige jongen met een meervoudige handicap. Hij kan niet
zwemmen, werd gezegd. Dat kon hij wel, alleen hij kreeg de kans niet op
zijn school. Ik heb hem individueel begeleid en na vier jaar heeft hij
zijn zwemcertificaat gehaald. Die nam hij mee naar school om te laten
zien: zie je wel, ik kan het wél!’
Identiteit
Bevestiging van
eigen kunnen en zelfvertrouwen krijgen; het gaat om meer dan leren
zwemmen. Corine: ‘Het is goed voor de identiteit van kinderen, ze
zitten in de eigen gemeenschap en voelen zich hier thuis.’ De moeder
van zevenjarige Emma Stuifzand uit Haarlem beaamt dat. Met haar dochter
reist ze in totaal drie uur voor deze zwemavond. ‘Kinderen zijn zo.
Als
Emma wil spelen met horende kinderen, merk je aan de reacties: die is
doof, nee, laat maar. Dat de kinderen hier met elkaar kunnen spelen, is
zo fijn. Ik wil niet meer naar een horende zwemclub met haar. Bovendien
heb ik het ook heerlijk hier.’ Zij zit aan een grote ronde tafel met
andere dove ouders. Aan een tafel verderop zitten de horende ouders bij
elkaar. Aan beide tafels wordt druk gepraat of gebaard en gelachen.
Huilen
‘Mijn
dochter Gizem is slechthorend en kan sowieso niet met gewone zwemles
meedoen’, vertelt Durdu Küplü uit Rotterdam. ‘Wij komen hier nu zeven
maanden en ze vindt het zo leuk! Dat zegt ze iedere keer. Laatst was ze
hangerig en klierig en toen zei ik: dan gaan we toch niet naar zwemles.
Toen moest ze huilen. Ik wil zwemmen, riep ze! Als ik zie dat ze
contact heeft met andere kinderen, ben ik blij.’ Durdu zit met haar
tweejarige zoontje bij het spartelgedeelte. Met een grote bal dribbelt
hij heen en weer, terwijl Gizem in en uit het water dartelt. Ik vind
het heel belangrijk, dat mijn kinderen leren zwemmen. Waar kan dat nu
anders dat mijn dochter les krijgt en mijn zoon mag spelen?’
Deaflympics
Twaalfjarige
Marina Romkema uit Rijswijk is aan het trainen voor wedstrijden. Vanaf
acht jaar mogen kinderen daaraan meedoen. Ze vertelt: ‘Ik heb ook op
horende zwemles gezeten en daar voelde ik mij heel alleen. Hier begrijp
ik het sneller. Op horende les was ik meer op tempo aan het trainen,
hier heb ik contact, het is gezellig. Rugslag is mijn favoriete slag.
Of ik zenuwachtig ben voor wedstrijden? Van tevoren niet. In het water
voel ik soms mijn buik wel.’ De dove kinderen zwemmen ook wedstrijden
tegen dove kinderen in andere plaatsen in Nederland.
De club
herbergt grote talenten. Zoals Giovanni den Ouden (15), die naar Taiwan
gaat om daar mee te doen aan de Deaflympics (Olympische Spelen voor
Doven). Corine: ‘Die jongen is zo goed, hij heeft alle clubrecords en
een aantal Nederlandse Records en Nederlandse Aspiranten Records van
Doven verbroken. Het is een échte topsporter.’
Sportief uitje
‘Zwemmen
is leuk!’, schreeuwt de negenjarige Fleur enthousiast. En dan nog eens:
‘Zwemmen, leuk! Ik ben niet bang. Spelen! Leuk!’ Ze klapt enthousiast
in haar handen. Haar vader vertelt: ‘Voor Fleur is dit het enige
sportieve uitje dat ze heeft. Dat geldt overigens voor de meeste
kinderen. Voor haar is het heel belangrijk om andere dove kinderen te
ontmoeten. Hier gebeurt contact leggen spelenderwijs. Met horende
kinderen vindt ze die aansluiting niet meer. Ik merk dat dat steeds
lastiger wordt; ze speelt bijna niet meer met horende kinderen, dat
lukt niet meer. Voor mij is het belangrijk om andere horende ouders te
ontmoeten en om te weten hoe zij omgaan met problemen die zij
tegenkomen in de thuissituatie met hun dove kind.’
Wat is de drive
van Corine om voorzitter te zijn? ‘Ik heb hier leren zwemmen’, lacht
ze. ‘Toen ik vijf jaar was kwam ik hier al. Dat verliep super. Dus ik
weet uit eigen ervaring hoe belangrijk zo’n club is als je kind bent.’
Met dank aan tolk Nederlandse Gebarentaal Marlous Vredenbregt
RDZC
RDZC
is de zwem- en waterpoloclub voor doven en slechthorenden in Rotterdam.
RDZC is opgericht in 1941 en hoort al bijna zeventig jaar tot een van
de grootste dovensportverenigingen in Nederland. Doven en
slechthorenden kunnen baantjes trekken, wedstrijd zwemmen en
waterpoloën. De zwemles in gebarentaal is uniek in Nederland. Hiervoor
bestaat inmiddels een wachtlijst. Meer weten? Kijk op www.rdzc.page.tl
Zwemprogramma
18.30 - 19.15 uur zwemles
19.15 - 20.00 uur vrij zwemmen
18.30 - 19.15 uur training wedstrijdzwemmen
19.15 - 20.00 uur training waterpolo
Meer weten over dovensport?
Kijk op www.dovensport.net
Bekijk hier het inkijkexemplaar van het blad Vroeg
Bron: Vroeg - DovenNieuws.eu